vrijdag 23 november 2012

Verleden, heden, toekomst

Tekening van Joran, 9 jaar en 8 maanden
Deze week ging ik voor het eerst sinds langere tijd weer tekenen met Joran. In de afgelopen tijd was ik druk geweest met andere dingen, maar zowel Joran als ik hadden het tekenen gemist. Hoog tijd dan ook om het weer op te pakken. Omdat hij had aangegeven graag met het thema sprookjes aan de slag te willen gaan, had ik hiervoor een tekenopdracht bedacht. Maar zoals het wel vaker gaat, liep het in de praktijk iets anders...


De opdracht uitgewerkt
Joran had zijn vriendje Wout weer uitgenodigd om ook te komen tekenen. Om te beginnen liet ik hen met een passer twee cirkels trekken. Dat op zich was al een uitdaging, omdat ze nog nooit met een passer hadden gewerkt. Maar met enige hulp lukte hen dat uitstekend. Ze tekenden een kleinere binnencirkel en daaromheen een grotere cirkel. De grotere cirkel verdeelden zij daarna in vier delen.

Vervolgens vroeg ik hen om in het midden hun favoriete sprookjesfiguur te tekenen. In de vlakken er om heen wilde ik hen symbolen laten tekenen uit sprookjesverhalen. Dat kon van alles zijn zoals voorwerpen en personages. Ik merkte dat zij met name dit onderdeel moeilijk vonden. Het thema sprookjes werd door hen als te beperkt ervaren, ze konden hier niet mee uit de voeten. Wout bleef 'hangen' in Donald Duck en z'n vriendjes en Joran bij het verhaal van Wolfje en Knir, Knar en Knor. Ze bleken het moeilijk te vinden om hiervan los te komen. Ik liet hen hun gang gaan, omdat zij wel lekker aan het tekenen waren. 


Tekening van Wout, 9 jaar en 8 maanden

Daarna liet ik hen bij iedere tekening een woord opschrijven dat voor hen de essentie ervan weergaf. Wout herhaalde hierbij een aantal keren eenzelfde woord, zoals vriend/vriendin en grappig. Ook bleef hij erg 'in het verhaal' en vond hij het lastig om eigen woorden te kiezen.  Maar ik was juist zo nieuwsgierig naar hun eigen associatie, los van hoe het verhaal gaat.

In een poging hem uit zijn impasse te halen, vroeg ik hem nieuwe symbolen te tekenen aan de hand van vragen die ik hem stelde. De vragen die ik hem stelde, waren achtereenvolgens: 

- Wat is je grootste hobby?
- Wat doe je het liefst als je vrij bent van school?
- Waar heb je echt een hekel aan?
- Wat is een droom van jou die je uit wilt laten komen?  




De tekening duiden
Zijn antwoorden: hockey, naar buiten toe gaan, als iemand je pest en prof hockeyer worden, gaf hij met kleine tekeningetjes weer. Daarna ontspon zich een prachtig gesprek, waarin Wout heel openhartig sprak. Uitgangspunt voor dit gesprek was, naast de symbolen die hij getekend had, de plek waar hij ze had getekend. Want elk van deze plekken heeft z'n eigen betekenis.  


* De in het midden getekende personage staat symbool voor de eigenschap(pen) die je in anderen bewondert. Deze eigenschap bezit je zelf echter vaak ook. Dat is een van de redenen waarom deze eigenschap je aanspreekt. 
* De bovenkant staat voor een kwaliteit die je heb.
* Links is de kant van het verleden: waar je vandaan komt, wat je hebt meegemaakt of verwerkt hebt.
* De onderkant staat voor het stuk waarin je nog iets te ontwikkelen hebt.
* Rechts is de kant van de toekomst, waar je naartoe wilt of wat je wenst.

Deze betekenis van de verschillende plaatsen vertelde ik echter niet aan Wout toen ik hem de vragen stelde. Ik liet hem zelf kiezen waar hij de symbolen plaatste. Terwijl wij praatten over zijn tekening, veranderde er iets in de stem van Wout. Ook Joran merkte dit op en benoemde dit zelfs naar Wout. Zijn stem werd zachter en ik kon zien dat hij het soms best even moeilijk vond om antwoord te geven. De door hem gekozen symboliek en woorden vertelden mij veel over hoe hij handelt in situaties waarin hij zich onzeker voelt, wat hem helpt om hieruit te komen en wat hij nog verder zou kunnen ontwikkelen om steviger in zijn schoenen te staan, zodat hij letterlijk en figuurlijk niet omver geduwd zou kunnen worden. 

Verantwoordelijkheid als 'begeleider'
Bewust vertel ik hier niet exact na wat Wout mij heeft verteld, omdat ik dat te persoonlijk vind. Ik werd er zelf ook door geraakt merkte ik, dat hij in zijn tekening zoveel over zichzelf vertelde. En dat hij zo eerlijk op mijn vragen reageerde, iets waarvoor ik hem na afloop ook gecomplimenteerd en bedankt heb. Ik ben me er terdege van bewust dat ik als 'begeleider' bij het tekenen de taak heb zeer zorgvuldig om te gaan met wat de kinderen met je willen delen. Die verantwoordelijk neem ik zeer serieus. En het is waarschijnlijk ook die houding die maakt dat zowel Wout als Joran zo open waren in hun reacties. 

Tijdens dit soort momenten moet ik vaak aan mezelf denken als kind. Ik was behoorlijk verlegen en praten over gevoelens en wat me bezig hield, deed ik eigenlijk niet. Als ik Wout en Joran dan zo hoor praten, ben ik stiekem apetrots op hen dat zij durven delen. Een kwaliteit die zo belangrijk is om echt contact te kunnen maken. 

Ook met Joran praatte ik over zijn tekening, waarbij ik juist vooral in ging op de woorden die hij erbij geschreven had. De jongens waren danig onder de indruk dat ik dat allemaal in hun tekeningen kon 'lezen'. Voor hen is het bijna magie, maar voor mij is het 'simpelweg' goed kijken, luisteren en vragen stellen en ruimte bieden. 

Idooltekening           
Aan deze tekenopdracht lag de idooltekening ten grondslag zoals ik die geleerd heb tijdens de tekenopleiding. Bij de idooltekening wordt in het midden een persoon getekend die je erg bewondert. In de vier ruimtes er om heen worden vier verschillende onderwerpen getekend (deze hebben geen betrekking op de persoon in het midden). Bij de verschillende tekeningen worden eigenschappen/kwaliteiten geschreven. Ook nu kan de tekening weer geduid worden met behulp van de gekozen symbolen, woorden en plaatsen.  




 



vrijdag 24 augustus 2012

De kracht van tekenen


Tekenen biedt kinderen de mogelijkheid tot reflecteren. Veelal gebeurt dit op onbewust niveau, maar ik ben ervan overtuigd dat dit doordringt tot in de kern van wie zij zijn. Gebeurtenissen uit het leven van een kind vinden hun weg in tekeningen. Emoties kunnen er in doorklinken. Verlangens en gevoelens worden zichtbaar. Kinderen kunnen in tekeningen een wereld creëren waarin zij zich prettig voelen. Of ze kunnen juist laten zien waar zij mee worstelen. Zonder dat zij zich hiervan bewust zijn, stellen zij zich daarmee heel kwetsbaar op. Reden te meer voor ons als volwassenen om heel zorgvuldig te zijn in onze reacties op hun tekeningen.

Mindfulness
Tekenen kan gezien worden als een manier om mindfulness te trainen. George Langenberg, een van de auteurs van het boek Mindful kids, heartful kids vertaalt mindfulness als het ontwikkelen van aandacht en vriendelijkheid. En dat is nu juist precies wat ik probeer te doen met de kinderen als ik met hen teken! Over het boek kan ik verder nog niets vertellen, dat heb ik net vandaag via internet besteld. Maar wel kan ik op grond van mijn ervaringen tot nu toe te zeggen dat tekenen een krachtige manier is om kinderen met zichzelf in contact te laten komen, meer van zichzelf te laten zien en milder te worden in hun beoordelingen van zichzelf en anderen.

Een cadeautje voor jezelf
Daarmee kan tekenen een cadeautje voor de kinderen op zich worden. Maar leuk is het ook om kinderen een cadeau voor zichzelf te laten tekenen! Een van de keren dat ik samen met Anne en Joran tekende, nam ik hen in een geleide visualisatie mee naar een winkel vol cadeautjes. Cadeautjes die je kon vastpakken, maar ook niet tastbare cadeaus zoals bijvoorbeeld een reis of een uitje naar de dierentuin. En het mooiste was nog wel dat ze alle cadeaus zo mee mochten nemen, zonder te betalen. Ik vroeg hen voor ieder van hun gezinsleden een cadeau uit te kiezen en zichzelf daarbij natuurlijk ook niet te vergeten. 


De boomhut van Anne, 11 jaar en 10 maanden

Een eigen plek
En wat er toen gebeurde, vond ik prachtig. Terwijl Joran begon met het tekenen van een cadeau voor zijn moeder, ging Anne er direct toe over om een cadeau voor zichzelf te tekenen! Zij, die altijd zo’n oog en zorg heeft voor haar broertjes en zusje, stelde zichzelf dit keer voorop. Dat ging op een hele natuurlijke manier en juist dat sprak mij zo aan. Puur vanuit het hart en een diep gevoeld verlangen om zichzelf datgene te geven wat zij zo graag zou willen: een eigen plek / boomhut om zich samen met haar beste vriendin in terug te kunnen trekken. Over zo’n plek droomt ze al heel lang, zo vertelde Anne mij. Een hut in een hele grote boom die ze helemaal zelf kan inrichten en op slot kan doen. Zodat als iemand ‘m zou ontdekken, diegene de hut niet in zou kunnen. Halverwege onze tekenuren kwam haar vriendin binnen lopen en ik nodigde haar uit om ook een tekening te maken van de boomhut zoals zij die graag zou willen hebben. Het resulteerde in twee mooie tekeningen, die volgens hen zelf nog niet af zijn.

En nu ik er nog eens goed over nadenk, is zo’n boomhut niet een prachtige plek om te reflecteren? Weliswaar zullen zij zulke grote-mensen-taal niet gebruiken, maar het geeft wel weer wat zij met een eigen plek voor ogen hebben: een mogelijkheid om met elkaar te kunnen kletsen over wat hen bezig houdt. En zo is de cirkel rond...

De boomhut van Marit, 11 jaar

zondag 29 juli 2012

Het spel van Joran


Afgelopen week vertelde Joran mij aan de telefoon met trots in zijn stem dat hij zelf een tekenoefening had bedacht. Daar wilde ik natuurlijk wel meer over weten! Een paar dagen later zag ik hem en liet hij mij zien wat hij allemaal had getekend en bedacht. Het bleek om een heus echt spel te gaan waarover hij me vol vuur en enthousiasme tekst en uitleg gaf. “Ga maar even lekker zitten” zei hij “want dit duurt wel even”. 

De draken stellen allemaal een persoon voor uit de familie- en vriendenkring van Joran

Het spel
De spelers in het spel bleken draken te zijn, die personen voorstelden in zijn directe omgeving. De tekenopdracht van het familiebos die wij ooit hadden gedaan, had hem op het idee gebracht om familieleden en vrienden af te beelden als draken. Alvorens een draak te tekenen, liet hij een persoon kiezen uit een aantal krachten, zoals hij het zelf verwoordde: lucht, water, gras, ijs, bliksem, aarde, vuur. Op basis van twee gekozen krachten, tekende hij vervolgens specifiek voor die persoon een draak. Inmiddels had hij zes draken getekend, eentje voor zijn moeder, zijn zus Anne, opa en oma, zijn vriendje Bram en eentje voor zichzelf. 

De verschillende kastelen
Het spelbord
Het spel begint met het plaatsen van de verschillende draken in één van de kastelen. Deze kastelen corresponderen met de diverse, hierboven genoemde, krachten en worden aan de randen van het speelbord neergelegd. In elk kasteel kan slechts één draak zitten. Als een aantal draken dezelfde krachten hebben, moet er dus een keuze worden gemaakt waar de draak wordt geplaatst. Is geen van de corresponderende kastelen meer vrij, dan mag die persoon zelf een ander kasteel kiezen. Doel van het spel is, zo vertelde Joran mij, ‘om iedereen van het veld te ruimen’. En alhoewel ik een groot voorstander ben van coöperatieve spelen, hield ik mijn mond. Zijn enthousiasme en creativiteit was zo groot, dat wilde ik niet verstoren. Ik wilde hem juist ruimte geven om dit te kunnen uiten. 

Robin Hood, ook hier heeft hij als taak om het geld onder de spelers te verdelen.
Ik was ook oprecht onder de indruk van wat hij allemaal ontwikkeld had en stelde hem er allerlei vragen over. Er was ook zoveel om over te vragen: de rol van Robin Hood in het spel, hoe je ‘in gevecht’ kan raken met een andere draak, hoe je aan meer geld of artikelen kunt komen, met hoeveel dobbelstenen je moet gooien en natuurlijk ook hoe je een andere draak kunt verslaan. Op zijn beurt was hij weer zo blij met al mijn vragen, omdat deze hem hielpen de spelregels van het spel verder te ontwikkelen. De puurheid waarmee hij liet blijken dat hij zo gelukkig werd van de aandacht die ik aan hem en het spel gaf, was ontroerend om te zien.

De kracht van tekenen
“Ga je hierover in je blog schrijven?” vroeg hij mij. “En doe je dat zondag al?!” Nauwgezet houdt hij mijn blog in de gaten en elke keer informeert hij weer hoe vaak de artikelen worden gelezen. Indirect geniet hij van de aandacht die hij krijgt, doordat zijn tekenervaringen worden gelezen door tal van mensen. Ik gun hem die aandacht, omdat ik merk hoe goed hem dit doet. Al eerder had hij mij een keer verteld waarom hij het zo leuk vindt om samen te tekenen. En ook nu kwam hij daar weer op terug. Ik vroeg hem het eens op te schrijven wat hem nu zo aanspreekt in tekenen en hij verwoordde het als volgt: “Ik vind tekenen zo leuk, omdat je je fantasie kan zien en omdat je er niks mee moet. En ja, het is gewoon leuk!” Prachtig om te lezen, te meer omdat ik weet hoe moeilijk het vaak voor hem is om zijn perfectionisme en competitiedrang los te laten.

Voor mij symboliseert zijn opmerking dat het tekenen op een dieper niveau door werkt in zijn ontwikkeling. Margot Janssen, lerares van de tekenopleiding bij de Toverboom, benadrukt de helende werking van tekenen. Zelf vergelijk ik tekenen wel eens met een oase: een plek waaraan kinderen zich kunnen laven, nieuwe energie kunnen opdoen en zich weer gesterkt voelen om verder te gaan. In een tijd waarin kinderen met een veelheid aan prikkels te maken hebben en de prestatiedruk soms hoog kan zijn, kan een dergelijke oase een ontspannende en evenwicht herstellende werking hebben. 

Onbegrensde mogelijkheden
“Het spel is nog niet helemaal af” zo vertrouwde Joran mij toe. “En natuurlijk moet ik het eerst zelf nog goed uittesten, voordat het op de markt komt”. Maar duidelijk was wel dat hij er grootse verwachtingen van heeft. Dat durven denken in onbegrensde mogelijkheden is een kwaliteit waar wij als volwassenen nog van kunnen leren, denk ik wel eens. En zo word ook ík iedere keer weer geïnspireerd door de kinderen.



zondag 8 juli 2012

Een zelfportret tekenen


In de opleiding bij de Toverboom hebben we een keer een tekenoefening gedaan die ik dit keer met de kinderen wilde doen: het tekenen van een zelfportret. Maar dan wel een heel bijzonder zelfportret en op een manier die iedereen kan, van jong tot oud.

De opdracht uitgewerkt
·       Ik vroeg Anne en Joran hun ogen te sluiten en met hun vingers de contouren van hun gezicht te volgen, om zo in hun hoofd een beeld te vormen van hoe hun gezicht er uit ziet. 
·       Vervolgens liet ik hen, met hun ogen dicht, hun eigen gezicht op papier tekenen! Op het moment dat zij hun ogen openden, was er hilariteit om wat zij getekend hadden. Oren zaten scheef aan het hoofd, ogen vielen buiten het gezicht en monden gingen een heel eigen leven leiden.
·       De volgende stap was dat zij hun portret óf realistischer mochten maken door er een aantal dingen aan te wijzigen óf er een karikatuur dan wel kunstwerk van mochten maken. 

Het eerste zelfportret van Joran, 9 jaar en 3 maanden
Goed of fout?
Zowel Anne als Joran kozen er voor om er een kunstwerk van te maken. Ik volgde een tijdje hun vorderingen en zag Joran flinke krassen over zijn tekening maken, waardoor zijn getekende gezicht grotendeels niet meer te zien was. Toen ik informeerde naar wat hij aan het doen was, antwoordde hij: “Nu zie je niet wat ik niet goed gedaan heb”. Hij was duidelijk niet tevreden met het gezicht dat hij had getekend.

In de uren die wij samen besteden aan het tekenen probeer ik de kinderen met andere ogen naar hun tekeningen te laten kijken, zonder een oordeel te vormen. Dat is een proces van vallen en opstaan, ook bij kinderen. Toch is het naar mijn idee onontbeerlijk om plezier te hebben en te behouden in tekenen. Maar het gaat verder dan dat. Als het de kinderen lukt om geen stempel in de zin van goed of fout op hun tekeningen te drukken, lukt het hen misschien ook om deze zelfde open houding aan te nemen als het om andere dingen of personen gaat. Naar mijn idee is dat een belangrijke kwaliteit in het leven, waar je veel plezier van kunt hebben.

Ruimte voor fantasie
Ik vroeg Joran de tekening nogmaals te maken en zich dit keer aan de opdracht te houden om het gezicht realistischer te maken dan wel er een kunstwerk van te maken. Hij ging hiermee aan de slag en toverde zijn getekende gezicht om in dat van een boself. “Ik hou van fantasiedingen” zei hij. Op een gegeven moment keek hij wat peinzend naar zijn tekening en gaf aan dat er voor zijn gevoel iets miste. “Wat mis je dan?” vroeg ik. Hij reageerde dat hij een achtergrond miste en hij vervolgde direct zijn zin met de woorden “Maar dat kan ik toch niet”. Ik spoorde hem echter aan om het toch te proberen. Zijn fantasie maakte dat hij prachtige ideeën kreeg om zijn tekening aan te vullen. De boself kreeg een huis, een bed van mos en een pijl en boog. Er kwam een kast voor eten en drinken en eentje voor de wapens. Laatstgenoemde kast werd stevig op slot gedraaid met enorme sleutels.

Het tweede zelfportret van Joran: de boself
Al tekenend ontstond er een interessant gesprek tussen ons drieën. Anne zei dat ze het elke keer zo leuk vindt om te zien dat, alhoewel ze met precies dezelfde opdracht beginnen, het resultaat er totaal anders uit ziet. Ik merkte op dat ik het idee heb dat zij altijd heel snel weet wat zij wil tekenen. Maar dat nuanceerde zij door te vertellen dat ‘ze zich helemaal laat gaan’ en ‘dat ze maar wat doet’. Geen vooropgezette ideeën dus, maar een tekening ontstaat bij haar door haar gevoel te volgen. Prachtig om te horen. 
En ook al heeft zij zelf het idee 'dat ze maar wat doet', ik weet inmiddels dat in elke tekening informatie verborgen ligt over de maker ervan. Ik ken Anne als een rustig, bescheiden en zorgzaam meisje. Haar zelfportret laat zien dat zij een rijke innerlijke wereld heeft (veel kleurgebruik en gesloten ogen), iets wat ik inmiddels weet door onze tekenuren samen.
Ook Joran gaf aan die verschillen leuk te vinden. In het verlengde daarvan merkte hij op dat hij het niet leuk vindt als hij niet zelf mag beslissen. Om die reden vindt hij tekenen op school niet leuk, vertelde hij. Op school ervaart hij geen ruimte om zijn fantasie te gebruiken tijdens tekenen. Zijn opmerking deed me realiseren hoe belangrijk het is om hiervoor aandacht te blijven houden tijdens onze tekenuren.

De middag sloten we allemaal af met een blij gevoel. Anne was trots op haar kunstwerk. Joran had een horde kunnen nemen en was blij met het resultaat. En ik voelde me dankbaar dat ik dit samen met hen kan doen. 

Anne's zelfportret, 11 jaar en 10 maanden

zaterdag 23 juni 2012

Een eigen fantasiewereld creëren


Afwisselend komen Anne, Joran of ik met een voorstel wat we de volgende keer gaan tekenen. De laatste keer dat wij bij elkaar waren, had Joran gezegd graag eens fantasiefiguren te willen tekenen. Niet verwonderlijk gelet op zijn interesse in aliens! In de tekenopleiding had ik al eens voorbeelden gezien van kinderen die samen een fantasiewereld tekenen. Ontzettend leuk om te zien en te oordelen naar de verhalen hadden de kinderen er veel plezier aan beleefd. Dit idee wilde ik deze keer gaan toepassen.

Ik plakte twee grote tekenvellen aan elkaar en trok een grote cirkel op het papier. Zo was er een wereld ontstaan, die nu helemaal naar de ideeën van Anne en Joran ingevuld kon worden. Ik liet hen helemaal vrij in hoe zij hun wereld wilden gaan vormgeven en gaf verder geen specifieke opdrachten. 

De fantasiewerelden van Joran (links) en Anne (rechts)

Van start
Inmiddels herken ik de werkwijze van beide kinderen. Anne heeft maar kort tijd nodig, voordat ze van start kan gaan. Joran daarentegen zit vaak te draaien, dralen, kletsen en vragen te stellen. “Mocht ik nu maar even in mijn boek kijken’, verzuchtte hij een paar keer, nadat hij een ruimteschip had getekend. Het was duidelijk dat hij een bepaald verhaal voor ogen had en dat na wilde tekenen. Ik moedigde hem keer op keer aan om los te komen van dit boek en zijn eigen fantasiewereld te creëren. Soms gaf ik hem wat tips om verder te kunnen komen, maar eigenlijk de hele middag bleef het voor hem lastig om vrij te tekenen.

De wereld van Joran (9 jaar en 2 maanden)
De wereld van Joran
Wel ontstond er een heel verhaal bij zijn gedeelte van de fantasiewereld. Hij tekende verschillende landen, van de ‘goeierikken’ en de ‘slechterikken’. Rechtsonder in de tekening tekende hij een kleurentunnel, waar raketten ingezogen werden. Alle bewoners van de verschillende landen beschikten over de sleutel van deze tunnel. Als je geluk had, werd je bevrijd door een goeierik, die je terugstuurde naar de aarde. Een stuk slechter liep het me je af als je een slechterik tegen kwam... Naast de goeierikken en de slechterikken waren er de ‘gemiddelden’ die zich allemaal verzamelden in het land Aardmanos. Volgens Joran waren dat een beetje de grappenmakers. Ook Cupido ontbrak niet in zijn tekening en verhaal. Cupido zorgde ervoor dat de prins uit de fantasiewereld van Anne verliefd werd op de prinses. En zo was er door henzelf een verbinding gelegd tussen beide fantasiewerelden.

De wereld van Anne (11 jaar en 9 maanden)
De wereld van Anne
Meerdere malen verwonderden zij zich erover hoe verschillend hun getekende werelden waren. Anne had een hele vrolijke, kleurrijke wereld getekend, waar slechterikken niet in voor kwamen. Eloolstad noemde ze haar wereld en de bewoners heetten Elolen. In haar wereld was het zaterdag en had iedereen vrij van school. De aarde was zichtbaar en vanaf de aarde was er een raket de lucht ingegaan die in het heelal ging rondkijken. ‘Als het donker is, geeft de hemel licht’, zei Anne toen ze de sterren tekende. De prins vroeg de prinses ten huwelijk en natuurlijk zei ze ja! En het ruimteschip? Ook dat moest er vrolijk uitzien, met bloemetjes en rozerood gekleurd. “Tss”, zei Joran, “dat kan toch helemaal niet, een roze ruimteschip?!” “Hè, hè”, reageerde Anne, “het is toch een fantasiewereld, daarin kan toch alles?! Mensen zijn in het echt toch ook niet groen, zoals ik getekend heb?” Het deerde haar niet dat haar broer het maar raar vond, ze tekende aandachtig verder. 

Het rozerode ruimteschip (Anne)

Een alien en een heks met elkaar in gesprek. Zie ook de schrijfrichting van de gesproken woorden. (Joran)
Hoofd versus hart
Interessant in alle keren dat wij met elkaar getekend hebben, is om te zien hoe Joran vaak vanuit bestaande beelden in zijn hoofd begint met tekenen en gaandeweg soms meer in staat is los te komen uit zijn hoofd. Fantasie heeft hij voldoende, dat blijkt wel uit zijn verhaal bij de tekening van deze keer. Maar om het dan vervolgens te tekenen en daarbij zijn perfectionisme los te laten, is lastiger voor hem. Anne daarentegen laat juist vaak een tekening ontstaan, zonder vooraf precies te weten wat ze wil gaan tekenen. Het zette me wel aan het nadenken. Hoe zou ik Joran kunnen ondersteunen bij het meer loslaten van het denken tijdens het tekenen? En in plaats vanuit zijn hoofd vanuit zijn hart te gaan tekenen? Een mooie uitdaging voor mijzelf voor de volgende keer!

Tot slot
Anne en Joran tekenden nu ieder op een eigen helft hun fantasiewereld. Je kunt er ook voor kiezen om de wereld telkens wat te draaien, zodat ze overal op papier uiting kunnen geven aan hun fantasie en er één gezamenlijke wereld ontstaat. Ook kun je de opdracht specifieker maken, door bijvoorbeeld voor te stellen een dierenwereld te tekenen.

woensdag 9 mei 2012

Een stilleven van fruit


In mijn vorige artikel schreef ik dat ik Joran de volgende keer wilde uitnodigen om groter te gaan tekenen dan hij doorgaans doet. Op deze manier wilde ik hem laten ervaren hoe het is om meer ruimte op papier in te nemen en zichzelf in een tekening steviger neer te zetten. Het verzoek van Anne en Joran om fruit te gaan tekenen, bood mij hiertoe een goede gelegenheid.  Voor deze keer had ik bedacht dat we eerst verschillende soorten fruit afzonderlijk zouden gaan tekenen, om vervolgens een stilleven van fruit te tekenen.

Méér dan tekenen alleen
Bij binnenkomst liet Joran mij direct weten dat hij weer een schoolvriendje had uitgenodigd om te komen tekenen. Dit keer was Tim erbij om mee te doen. Jorans oma vertelde mij dat hij eigenlijk nooit vriendjes mee naar huis neemt om te spelen, behalve om samen te tekenen. Voor mij was dit weer een bevestiging dat tekenen méér is dan tekenen alleen en een bijdrage levert aan onder meer de sociale en emotionele ontwikkeling van een kind. 

De opdracht uitgewerkt 
Deze opdracht bestaat uit twee deelopdrachten.

1) Voor de eerste opdracht had ik een banaan, een tros druiven, een sinaasappel en een part meloen meegenomen. Elke fruitsoort liet ik hen apart tekenen, waarbij ik hen aanmoedigde om vooral de beweging te ervaren tijdens het tekenen. Door letterlijk een parallel te trekken met een specifieke beweging, wilde ik deze oefening zo laagdrempelig mogelijk maken voor de kinderen.

Een banaan kan getekend worden door op papier de beweging uit te beelden van schommelen. Heen en weer, heen en weer. Doe je dat met de kleur geel, dan ontstaat er vanzelf een soort van banaan.

Een trosje druiven kun je alsvolgt uitbeelden: stel je voor dat je op en neer aan het springen bent, je kunt het zelfs letterlijk met een kind doen. In een tekening kun je dit springen uitbeelden door met lekker veel kracht stippen neer te zetten.

Een sinaasappel tekenen is in feite te vergelijken met rondjes draaien. Door met een oranje potlood of krijt in het midden van het papier te beginnen en steeds grotere rondjes te maken, ontstaat er vanzelf de vorm van een sinaasappel.  

Tot slot een partje meloen. Ook hierbij kan het schommelen weer als voorbeeld dienen, maar je kunt bijvoorbeeld ook denken aan het glijden van een glijbaan. Door telkens een beweging van boven naar beneden te maken, ontstaat een vorm die vergelijkbaar is met een partje meloen.



Leuk om te vermelden is nog dat bovenstaande oefening met de verschillende soorten fruit ook heel goed met kleine kinderen gedaan kan worden. Een moeder van een dochtertje van drie liet mij weten dat zij samen met heel veel plezier deze oefeningen hadden gedaan. En dat deze ‘fruitschaal’, zoals haar dochtertje het noemde, voor herhaling vastbaar was.   

2) Voor de tweede opdracht rangschikte ik de verschillende fruitsoorten tot een stilleven op een schaal en liet de kinderen deze natekenen.

Stilleven van Joran, 9 jaar
Joran vond deze opdracht best lastig, omdat hij hierbij geconfronteerd werd met zijn perfectionisme. Mooi om te zien was, dat hij voor zichzelf een opening kon creëren door de bewegingen die wij geoefend hadden in de eerste opdracht, ook te gebruiken in dit stilleven. Zo had hij voor zichzelf een hobbel kunnen overwinnen, waardoor een tekening die hij eerst niet mooi vond, toch bijzonder voor hem werd.

Juist zo’n ervaring maakt tekenen met kinderen zo fascinerend voor mij. Kinderen kunnen zichzelf er door ontdekken, ontwikkelen en verrijken. Prachtig om mee te maken! 

Bijzonder om te zien was ook met hoeveel plezier Tim aan het tekenen was. De aandacht die hij er aan besteedde, is terug te zien in zijn stilleven.

Stilleven van Tim, 9 jaar


donderdag 19 april 2012

Dieren komen tot leven



Vorige week stonden dieren centraal tijdens de tekenuren op woensdagmiddag. Al eerder hadden Anne en Joran aangegeven wel eens een keer dieren te willen tekenen. Met name Joran is zich op dit moment heel erg aan het verdiepen in hoe je dieren zo waarheidsgetrouw mogelijk kunt tekenen. Meerdere keren had hij mij al gevraagd hoe je een dinosaurus kunt tekenen. Om daar een antwoord op te vinden, ben ik in de bibliotheek gaan zoeken naar een boek dat hem daarbij zou kunnen helpen. Ik kwam een mooi boek tegen: Stap voor stap tekenen van Doug DuBosque en Damon J. Reinagle. In dit boek wordt aan de hand van hele duidelijke illustraties uitgelegd hoe je allerlei verschillende soorten dieren kunt tekenen en daarnaast ook fantasyfiguren en auto’s. Tevens wordt beschreven hoe je perspectief in je tekening aan kunt brengen. Een bijzonder informatief boek!

Een verhaal tekenen
Nu had Joran mij een aantal weken geleden een verhaal laten lezen dat hij had geschreven. Natuurlijk kwamen ook in dit verhaal dinosaurussen voor! Toen al had Joran gezegd dat hij bij dat verhaal nog eens tekeningen wilde maken. Maar dat het hem ook zo leuk leek om eens aan de hand van tekeningen een verhaal te maken. Dat idee wilde ik voor deze keer gaan gebruiken.

Joran had een klasgenootje van hem uitgenodigd om ook naar ‘tekenles’ te komen, zoals hij zo mooi kan zeggen. En zo kwam het dat ik met drie kinderen, Anne, Joran en Wout, aan de slag ging om dieren tot leven te laten komen in een getekend verhaal.

Dieren op de boerderij, Anne 11 jaar
De opdracht uitgewerkt
Om te beginnen liet ik de kinderen een aantal kaartjes trekken uit het spel Beestenfeest van Margot Janssen. Dit spel, bestaande uit 48 dierenkaartjes en een kleur- en werkboek, vertelt kinderen iets meer over de specifieke eigenschappen van dieren. Bij de beschrijving van de dieren staan ook telkens vragen vermeld, die kinderen uitnodigen over zichzelf na te denken. Nadat de kinderen de dierenkaartjes hadden getrokken, las ik hen de bijbehorende beschrijvingen voor. Wellicht dat dit hen zou kunnen helpen om te starten met hun tekenverhaal.

De vraag die ik hen stelde, was eigenlijk heel breed, namelijk: “Creëer met behulp van onder meer de dieren die op de door jou getrokken kaartjes staan, je eigen verhaal.” Leuk om te zien is dan dat ze het allemaal op hun eigen manier aanpakken. Joran en Wout kozen er voor om een stripverhaal te maken, maar Anne voelde daar niet voor. Zij zocht verschillende setjes dieren bij elkaar en dacht erover na in welke omgeving zij deze dieren wilde tekenen. En alhoewel zij in eerste instantie zei geen verhaal te willen maken, bleek tijdens het tekenen dat in elke tekening toch een verhaal verborgen zat.

Het verhaal over Kiki en Giko, Joran 9 jaar
Unieke tekeningen
Ook deze keer waren de eindresultaten weer heel verschillend van elkaar. Juist dat vind ik elke keer weer zo leuk. Ieder kind geeft zijn/haar eigen interpretatie aan de vraag en creëert daarmee een unieke tekening. Bij de tekeningen van Joran viel het mij op dat hij vaak zo klein tekende. Zijn verhaal over de leeuw Kiki en gorilla Giko, speelde zich veelal in het klein af aan de onderkant van de tekenvelletjes. Dit gegeven deed mij besluiten om hem de volgende keer uit te nodigen groter te tekenen en meer ruimte in te nemen op het tekenvel.

Openingstekening van Wout, 9 jaar
Wout liet in zijn verhaal een hond een slang opeten, om die vervolgens weer uit te spugen. Want die slang bleek toch niet zo lekker als gedacht. Toen ik informeerde naar de tekst in zijn eerste plaatje, gaf hij aan dat gewoon leuk te vinden om er bij te schrijven. Heerlijk hoe kinderen kunnen zijn. Zij doen spontaan iets dat bij hen op komt en bekommeren zich niet altijd om het hoe en wat. Maar doen het gewoon omdat ze er plezier in hebben! 



Tot slot
Ook als je het spel Beestenfeest niet hebt, kun je heel goed deze oefening met kinderen doen. Laat hen dan bijvoorbeeld een verhaal tekenen, waarin onder meer hun lievelingsdier voor komt.

donderdag 5 april 2012

De eerste krabbels



In mijn vorige blog schreef ik over het tekenen van een familiebos. Een boom is typisch een voorbeeld van een universele tekening. Bijna iedereen, waar dan ook ter wereld, kan een boom tekenen.

Naast dat er universele tekeningen zijn zoals een boom en bijvoorbeeld ook een huis, zijn er universele kenmerken te zien in de ontwikkeling van kindertekeningen. Alle kinderen, ongeacht achtergrond of geboorteplaats, beginnen te tekenen door te krabbelen. Later gevolgd door onder meer de zogenaamde koppoters. In mijn blog zal ik de komende tijd zo nu en dan aandacht besteden aan de ontwikkeling van kindertekeningen. Als eerste komt nu het krabbelen aan bod.

De allereerste tekening van Amber, 1 jaar en 5 maanden
Krabbelfase
Het is nog niet zo lang geleden dat mijn dochtertje haar eerste krabbeltekening maakte. En ik me, net als menig ander ouder, apetrots voelde over deze prestatie. Met het potlood onwennig in haar handje, bewoog ze ongecontroleerd van links naar rechts. Ze had geen notie van de grootte van het blad en krabbelde vrolijk over de randen. Er verschenen wat streepjes op het papier, aangevuld met wat stippen door enthousiast met het potlood op het papier te stampen. Nog maar net begonnen, riep mijn dochtertje al “Klaar!” en smeet het potlood van zich af. Inmiddels weet ik dat dit kenmerkend voor haar is. Beweeglijk als ze zich, heeft ze nog niet de rust om lang met een tekening bezig te zijn. Toch zie ik bij haar ook hier een ontwikkeling in. Vandaag deed ze voor het eerst pogingen een rondje te tekenen. In de eerste tekening hieronder is een soort van rondje te zien links in het midden. In de laatste tekening is in het midden een rondje te onderscheiden. Deze keren bleef ze bijna helemaal binnen de grenzen van het papier en ik zag haar heel aandachtig kijken naar wat ze aan het tekenen was. Alsof ze voor het eerst echt door had dat zij het was die de tekeningen maakte. 

Amber, 1 jaar en 11 maanden

Amber, 1 jaar en 11 maanden
Deze krabbelfase, die zo rond 18 maanden begint en voort kan duren tot 2 à 3 jaar, is te vergelijken met de brabbelfase van een kind voordat het goed leert praten. Net als bij de taalontwikkeling is een kind in de krabbelfase zijn/haar mogelijkheden aan het ontdekken en ontwikkelen. Dat een kind zich niet bekommert om de randen van het papier, heeft te maken met het feit dat een kind van deze leeftijd zich nog één voelt met zijn omgeving. Er is nog geen duidelijk “ik-besef”. Dat ontstaat meestal pas rond de leeftijd van 3 jaar en is zichtbaar in tekeningen als een kind een gesloten cirkel kan tekenen. Het kind kan dan een duidelijk onderscheid maken tussen zichzelf en de wereld om zich heen.

Dat mijn dochtertje nu haar eerste pogingen doet om een cirkel te tekenen, verbaast mij niet. Ik merk aan haar dat zij steeds beter door heeft dat zij een eigen persoontje is, los van haar mamma en pappa. Op de vraag “Ik ben mamma, wie ben jij?” antwoordde ze tot voor kort nog vrolijk met “Jij!”. Maar nu antwoordt ze met enige regelmaat met haar eigen naam, Amber. Ook in haar spel zijn nu cirkels zichtbaar. Ze geniet er van om eindeloos rondjes om haar as te draaien. 

De betekenis van gekrabbel
Rose Fleck-Bangert beschrijft in haar boek Kinderen tekenen. Ontwikkeling en achtergrond de betekenis van gekrabbel. Het is interessant om te lezen dat de betekenis van de krabbelfase groot is. Zij beschrijft dat ‘uit het schijnbaar vormloze gekrabbel basisvormen ontstaan, waaruit de eerste afbeeldingen voortkomen. De eerste gekrabbelde oervormen ontwikkelen zich tot prefiguratieve basisvormen, waarmee het kind later alles kan afbeelden wat het wil.’ [1] Rose Fleck-Bangert verwijst in haar boek naar Helen Bachmann, die een boek heeft geschreven over haar jarenlange ervaringen als tekenlerares. ‘Bachmann ontdekte dat in het eerste gekrabbel van kinderen niet alleen hun geestelijke en lichamelijke toestand van dat moment tot uiting komt, maar dat daarin ook sporen voorkomen van herinneringen aan de tijd vóór hun geboorte en aan hun eerste levensjaren. Bij kinderen van twee tot vier jaar speelt de verwerking van het verleden bij het tekenen een grote rol.’ [2]

Vaak wordt gezegd dat het onbegrensde heen en weer krabbelen een weergave is van de bewegingen die het vroege embryo voorheen in de baarmoeder heeft gemaakt en ervaren. Theresa Foks-Appelman schrijft hierover: 'Het ongeboren kind, het embryo, in het vroegste stadium van zijn ontwikkeling (tot ongeveer 3 maanden na de conceptie) kent de grenzen van de baarmoeder nog niet; er is sprake van grenzeloosheid en onbewustheid.' [3]

Het is fantastisch om nu bij mijn eigen kind vanaf het allereerste gekrabbel haar ontwikkeling in de tekentaal mee te kunnen maken. Een taal die zo krachtig is dat ik er van in de ban raak.

Museumtip
Tot 22 april a.s. is in het Cobra Museum in Amstelveen een bijzonder mooie en interessante tentoonstelling te zien: Klee + Cobra. Het begint als kind.

‘Klee en Cobra toont de wederzijdse fascinatie van zowel Paul Klee als de Cobra kunstenaars voor de wondere verbeeldingswereld van het kind. In totaal zijn ruim 130 topstukken van Paul Klee en 120 hoogtepunten van Cobra met werk van onder meer Karel Appel, Constant, Corneille, Eugène Brands, Asger Jorn en Pierre Alechinsky bijeengebracht uit internationale collecties. De bezoeker ervaart hoe zowel Klee als de generatie van naoorlogse Cobra kunstenaars de vrije expressie van het kind vertaalden in een radicaal nieuwe kunst, die tot op de dag van vandaag kleurrijk, expressief, spontaan, rauw en puur is.’ [4]




[1] Rose Fleck-Bangert Kinderen tekenen. Ontwikkeling en achtergronden. Pagina 22.
[2] Rose Fleck-Bangert Kinderen tekenen. Ontwikkeling en achtergronden. Pagina 23.
[3] Theresa Foks-Appelman. Kinderen geven tekens. Pagina 32.
[4] Tekst overgenomen van de website van het Cobra Museum www.cobra-museum.nl